dinsdag 30 november 2010

Heilige Mode @ modemuseum Hasselt, België. Te zien tot 09/01/2011

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
foto: 'Underwater Last Supper', Howard Schatz, 2008

In het plaatsje HASSELT/ België, vlakbij Maastricht, bevindt zich Belgisch eerste modemuseum, het MMH, gevestigd in 1989. Persoonlijk kende ik enkel het MoMu in Antwerpen, die haar oorsprong in 2002 heeft liggen. Belgie telt dus twee musea die zich toeleggen op de schone kunsten van de mode. Fijn! Hopelijk komt Nederland ook snel met een goed ModeMuseum*

Het modemuseum Hasselt (MMH) presenteert tot 9 januari 2011 de mode-tentoonstelling 'DEVOUT/DEVINE - FASHION VS. RELIGION'. De expo toont geen traditioneel overzicht van historische religieuze kledij en textiel, maar focust op de relatie tussen hedendaagse mode en religie. De nadruk ligt op de integratie en vertaling van religieuze symboliek in ontwerpen van de afgelopen decennia. 'Devout/Divine. Fashion vs. Religion' onderzoekt hoe religie geïntegreerd wordt in het hedendaagse werk van diverse nationale en internationale modeontwerpers, als Rick Owens, Walter Van Beirendonck, Mada Van Gaans, Bernhard Willhelm, A.F. Vandevorst, Raf Simons, Christian Lacroix, Giambattista Valli, Todd Lynn, Manish Arora, Sabijn Peters, JP Gaultier, John Richmond, John Galliano, M F Girbaud, Noor D*Izar, e.a. 
Centraal staat de vraag in hoeverre deze thematiek beschouwd moet worden als een uiting van geloofsovertuiging, een getuigenis van een maatschappelijk of sociaal kader, een ritueel statement, of pure esthetiek. 

Bij een snelle google-search "Fashion+Religion" komt naar voren dat 
a) sierlijke, esthetische kledij een belangrijke rol speelt in diverse religies. Met name bij religieuze en traditionele vieringen speelt mode een grote rol.
b) mode als een religie op zich wordt gezien. Modeontwerpers zijn voor sommigen als heiligen, modehuizen als Louis Vuiton, Chanel en Prada worden geadoreerd doordat deze merken (en hun logo's) een soort goddelijke status geven aan de drager. En wat te denken van de dwaasheid van mode-liefhebbers wanneer peperdure merken als Karl Lagerfeld, Viktor&Rolf en Lanvin in ene betaalbaar en toegankelijk worden dankzij modeketen H&M en deze liefhebbers zich in honderdtallen naar binnen vechten om een stukje goddelijke mode te bezitten! 
c) mode advertorials religie gebruiken om mee te provoceren. Religie is beladen en dien je eigenlijk niet mee te spotten. Het is tenslotte 'heilig'. Maar mode zal mode niet zijn als heilige huisjes gesloopt worden. Provocatie levert een hoop publiciteit op. Denk bijvoorbeeld aan sexy nonnen, verwijzingen naar Jesus aan het kruis, opwaaiende burka's, homo-erotische priesters, etc. Met name modemerken met een rebels imago passen dergelijke provocatie toe, zoals Levi's, DIESEL, Benneton, D&G, Jean Paul Gaultier, Rick Owens, Bernhard Willhelm en John Galliano. 
d) en natuurlijk inspireren religieuze beelden, objecten, verhalen en handelingen tot nieuwe mode-vormgeving.

Wellicht is de tentoonstelling 'Devout/Devine - Fashion vs. Religion' een passend uitje voor de kerstvakantie, de tijd waarin zelfs atheïsten als ikzelf naar de kerk gaan en in aanraking komen met religie. 


Alvast fijne feestdagen! 


///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\











///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
Jean Paul Gaultier, 2007
Walter van Beirendonck, menswear f/w 08/09
Tierry Mugler, f/w 1984/85

Sfeerbeeld MMH-expo Devout/Devine (bron: belmode.tv)



(*Nederland kent wel een modemuseum, Het Fashion Museum. Ik ben er nog nooit geweest, omdat ik niet overtuigt ben dat dit een echt museum betreft, aangezien deze is gelegen in het Amsterdam Fashion Center in Sloterdijk, wat eerder aandoet als een marketing-platform voor het AFC dan een volwaardig museum. De tentoonstellingen-in hoeverre het een tentoonstelling mag heten- presenteren collecties van een modemerk of ontwerper, maar kent geen concept eromheen of thema. Het is een soort show-room, wat ik opmaak uit de berichtgeving over en website van dit museum).
///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\

maandag 22 november 2010

Wat krijg je als je mode & technologie samenbrengt?

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
review Symposium Fashion & Technology
///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\

Vrijdag 19 november 2010 organiseerde Premsela tijdens het Art&Technology-festival STRP haar symposium over Fashion & Technology.

Technologie is de toekomst, de mode kan niet achter blijven. Mode is vooruitgang, het vernieuwen van het nieuwe. Maar technologie blijkt nog altijd een eng woord voor de mode-estheet. En esthetiek is misschien wel nog onbekender voor de nerdy techneut. Hoe breng je deze tegenpolen tot samenwerken?

Dat blijkt nog niet eenvoudig, afgaande op de lezingen van diverse gastsprekers op dit symposium, die veelbelovend opende met body-architect Lucy McRea.

Spreker 1: high teck installatie kunst
McRae warmde het publiek van modestudenten, modeontwerpers, en mode-autoriteiten op door hen kennis te laten maken met de mogelijkheden van low/high-tech in de artistieke vormgeving van mode en het lichaam. McRea, een Australische schoonheid met een goed stel hersens (studeerde architectuur) en motoriek (was balletdanseres), vertelt over diverse projecten die de huid als een wonderbaarlijk sensor opvat: het is als een elektronisch netwerk, een beschermlaag, een temperatuurregelaar etc. Naast haar fascinatie voor huid staat beweging en verandering van het menselijk lichaam centraal in haar werk. Mode - de esthetische bedekking van het lichaam - sluit daarbij goed aan. Zij noemt haar mode-installaties zelf 'draagbare poëzie', omdat zij op een poëtische manier de definitie van draagbare technologie onderzoekt.
Het werk van McRae ziet er inderdaad sprookjesachtig en futuristisch uit:  een pak van pantys, volgestopt met vochtig zaagsel waarop planten gaan groeien; jurken van textiel die het blozen van het lichaam reflecteert door op te lichten; een jurk van meters plastic buisjes waar gekleurd vloeistof doorheen wordt gepompt, gewikkeld rond het lichaam van zangeres Robyn voor haar videoclip.

Making of Robyn's 'Indestructible' video from Ine van den Elsen on Vimeo.


Draagbaar en toegankelijke mode is het allerminst wat McRae maakt, het is vooral experiment, onderzoek en installatie-kunst.

Hoe anders verliep het de volgende twee sprekers op het symposium, de Saxion lector Ger Brinks en hoogleraar Textielkunde Paul Kiekens.

Spreker 2: slim materiaal behoeft geen design
Aan Brinks was al direct af te lezen dat dit geen mode-minded persoon was, wat hijzelf ook bevestigde. Brinks weet alles af van Smart Functional Materials, zoals intelligent textiel, maar toonde geen interesse in de aantrekkelijke, esthetische danwel modieuze kant van zijn Smart Functional Materials. Alsof hij een college hield voor zijn eigen studenten aan het Saxion, zo schoolde hij het modepubliek op deze bijeenkomst. Het resultaat: bange danwel wegrollende ogen van de modestudent, gapende monden  van  high-end mode-ontwerpers en een zeer lage aandachtsspanne van de mode-autoriteit op de eerste rij.

Dit kan toch niet de bedoeling zijn geweest van Premsela?

Spreker 3: De vezel is machtig
Vervolgens maakte de welgeleerde heer Kiekens het er niet levendiger op. Kiekens is een brein op het gebied van de kunde der vezel-technologie. Ja, het begint allemaal bij de vezel. De vezel is de wieg van de innovatieve en technologische mode, aldus Kiekens. Let wel, zowel bij Kiekens als bij Brinks gaat het om grootverbruik van textiel, niet om nieuwe technologieën voor spannende haute couture creaties a la Iris van Herpen en Hussein Chalayan, namen die zij niet zullen kennen.  Kiekens benadrukt direct dat mode en design geen onderdeel zijn van zijn curriculum, alleen technologie. Daar gaat het om. Hij schept er nog bovenop dat modemensen niet beseffen waar hun materiaal uit bestaat, om vervolgens de historie van de vezel - van natuurlijk tot synthetisch - uitgebreid uiteen te zetten, opgevolgd door het allerspannendste: de carbon-vezel. Gelukkig vergeet hij niet alles te verrijken met grijze cijfertabellen, percentages en opsommingen. Niks visueel materiaal, geen modevoorbeelden, geen aantrekkelijkheid, geen esthetiek, geen verleiding. Ik wist niet dat techniek zo seksloos kon zijn. Pas op het moment dat de spraakzame Kiekens op zijn tijd moet letten, begint hij eindelijk over de toepassingen van zijn vezels: jassen die computers worden, energie opslaan, kleding dat informatie geeft...en dan is het voorbij wat lezingen betreft.

Q&A: een symposium met meer vragen dan antwoorden 
Tijdens de Q&A met het publiek en de sprekers blijkt dat ook zij wat gedesillusioneerd zijn geraakt van de informatie die hen ten oren is gekomen, alsof ze wilden zeggen: maar dit is niet waarvoor wij naar Eindhoven zijn gekomen! Er heerste wat wanhoop in de vragen en opmerkingen uit het publiek, zoals "wie moet de coöperatie tussen ontwerpers en techneuten financieren en initiëren"of "hoe moet het technologische gat in de huidige mode-educatie worden gedicht", "in hoeverre is het realistisch om samen te werken".

Volgens modeontwerper en docent Gerrit Uittenbogaart van G+N moet de industrie de vraag naar technologische innovatie onder modestudenten en -ontwerpers stimuleren door hen problemen voor te leggen en prijsvragen op te stellen. Ontwerpers dienen uitgedaagd te worden.

Dat laatste blijkt inderdaad wel te werken. Het symposium eindigde met een ontwerp-opdracht onder derde jaars modestudenten aan de KABK (Den Haag), die hen uitdaagde zich te begeven in de wereld van de technologie.
Gelukkig blijkt uit de interviews met deze studenten dat zij niet vanuit de vezel denken of zich laten ontmoedigen door technische praatjes. Zij zoeken naar realisatie-mogelijkheden van hun concept, zoals een gewaad voor mensen die lijden aan huidziekten of een stof die reageert op emotie, pyjama's voor een betere nachtrust of om tot geheel nieuwe vormen en materialen te komen.

De eindresultaten waren zeer wisselend van kwaliteit en uitvoering, mede doordat innovatie tijd vraagt wat in de mode een schaars goed is. De studenten hadden vooral moeite gehad om tijdig de juiste mensen te vinden of mensen zover te krijgen om met een mode-ontwerper samen te werken. Maar nadat deze grote communicatie-hobbel overwonnen was, zijn zij een zeer leuke en leerzame ervaring rijker. Of dat dit betekent dat zij ook zonder de stimulus van een opdracht aan een technologisch mode-avontuur zullen beginnen, is twijfelachtig. De navigatie tussen de TU's en kunstacademies is nog niet gevonden.


Resultaat: mode-design en technologie hebben nog wat mediation nodig
Tijdens het aanhoren van de ietwat saaie lezingen van dit symposium, dwaalde mijn gedachten even af naar het televisieprogramma Beauty & The Nerds, waar 10 klungelige, sociaal-onhandige intellecten in harmonie samen moeten wonen met 10 naïeve, domme, op schoonheid beruste meisjes. In het begin staan zij onhandig tegenover elkaar en lijkt er geen optie voor toenadering. Zij spreken (nog) niet elkaars taal en cultuur. Toch leren beiden elkaar te waarderen en vormen werkzame teams. De Nerds staan open voor de belevingswereld van de meisjes vol entertainment, schoonheidsidealen, roddelen, feesten en flirten; de meisjes leren verder te kijken dan de oppervlakte en ervaren dat deze Nerds ook heel spannend en leuk kunnen zijn.

Hopelijk zullen bij een volgend symposium over mode-innovatie de Nerds wat meer aan de hand genomen worden door de Beauties, om het geheel wat aantrekkelijker en op maat gesneden aan te bieden. Ook zou het niet misstaan mode-ontwerpers zelf te laten vertellen over de mogelijkheden van technologie, zodat het publiek wat meer raakvlakken kan vinden met de toepassingen van smart textiles of nieuwe technieken om mode mee vorm te geven.

Laat technologie iets meer sexy zijn, want anders wordt het misschien nooit wat tussen die twee.

We blijven kijken.

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
MEER inspiratie over FASHION+TECHNOLOGY:

- http://www.functionalaesthetics.org/ - boek van S.Seymour, over visies in fashionable&wearable technology. Een review van dit boek, klik HIER.
http://ft.parsons.edu/eventseries/ - Parsons Fashionable Technology Lab (Parsons New School for Design, New York). Parson heeft sinds kort een eigen lab, gewijd aan draagbare technologie.
http://www.nift.ac.in/ - National Institute of Fashion Technology - India
http://www.cutecircuit.com/about/ - fashion company uit Londen met technologie als leidraad

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\

zaterdag 20 november 2010

Schone Mode, Schone Kunsten? De kunst van mode illustraties

In opdracht van de avro kunst redactie schreef ik een column over mode en kunst voor de website www.kunst.avro.nl. Mode illustraties schipperen namelijk tussen deze twee disciplines; enerzijds is zij in opdracht vervaardigd en bedoeld voor advertorials, anderzijds is zij ook een piece-of-art in haar eigen genre. Wanneer je een prent of illustratie loskoppelt van haar oorspronkelijke context - een magazine of poster - en als los object bekijkt, verdwijnt de vluchtigheid en wordt zelfstandig. Naast het magazine zet het een eigen leven voort, als een mode kunstwerk.

In oktober 2010 bezocht ik de verkooptentoonstelling van illustrator Piet Paris. Ik ben al jaren een fan van mode illustraties en wijdde er ooit een groot essay aan, met de conclusie dat mode-illustraties net als mode fotografie wel degelijk van meerwaarde zijn voor de kunsten. Als je een originele illustratie kan aankopen, dan zou dat bovendien een interessante investering kunnen zijn. Niet dat je daarom een illustratie moet kopen, maar kijkend naar vergelijkbare ontwikkelingen bij werk van modefotografen als Freudental/Verhagen of Paul Huf of werk van klassieke modefotografen als Horst P. Horst, Richard Avedon, Man Ray, Helmut Newton e.a. welke in waarde blijven stijgen, is het geen gekke gedachte.

Omdat ik mode illustratie een mooie onderwerp vond voor Mode & Kunst, schreef ik deze column:

Schone Mode, Schone Kunsten? 
Het is droog, de zon schijnt en ik ben vrij. Het is zondag, een rustdag, doe ermee wat je wil. Koffietjes drinken kan altijd nog, vandaag kies ik voor cultuur (wie weet hoe lang het cultuuraanbod nog zo rijk, veelzijdig en creatief zal zijn als nu, wanneer alle cultuurinperkingen van het nieuwe kabinet zullen doorzetten). 

Als modeblogger zoek ik bij voorkeur de artistieke modecultuur op, wat tegenwoordig niet moeilijk te vinden is. De laatste jaren blijkt mode in de kunstsector très en vogue. De ene na de andere modetentoonstelling opent haar deuren (Willhelm & Kraus, Stof tot Nadenken, Voici Paris, Gejaagd door de Wind, Fashion Ahoy!, Adam Man en Mode e.a.), musea als het Gemeentemuseum Den Haag, het Zuiderzee Museum en het Centraal Museum Utrecht kopen haute couture creaties aan van o.a. Viktor & Rolf, galerieën exposeren werk van modefotografen als Paul Huf, David La Chapelle, Freudenthal Verhagen en Vivianne Sassen en kunstenaars tonen werk met mode en esthetiek als thema. 

De schone mode verheft zich tot de schone kunsten, terwijl mode eerder een toegepaste vormgevingskunst is dan een autonoom gecreëerd werk. Mode bestaat door marketing, merken, commercie en marktwerking. Mode is een sociaal fenomeen. 

Mijn zondag-is-cultuur dagbesteding wordt de tentoonstelling van 124 originele mode-illustraties van de illustrator Piet Paris (echte naam: Pieter 't Hoen), op de eerste verdieping van Hirsch&Co aan het Leidseplein in Amsterdam. Piet Paris heeft ter gelegenheid van zijn boekpublicatie zijn illustratieve oeuvre uitgestald voor de verkoop. Paris is wereldberoemd geworden met zijn herkenbare, uit papier geknipte damesfiguren, en profil afgebeeld met lange benen, hoekige kuiten, hoge naaldhakken en wespentailles. Paris' illustraties zijn binnen twee dagen - op een enkeling na - het Hirschgebouw uitgevlogen. Duur? Redelijk. Tussen de 500 tot 900 euro koop je een originele illustratie die dan wel voor de massamedia is gemaakt, maar hier, in het Hirsch, van haar oorspronkelijke context van modepublicatie wordt ontdaan. Het hangt zelfstandig in een lijst te wachten op een rood stipje, het stipje dat de mode-illustratie verklaart tot autonoom kunstwerk. 

Nu ik de illustraties in het echt aanschouw, valt op hoe de beleving van het origineel verschilt van de beleving in een blad. Intenser. Het is handwerk. Voor het eerst zie ik hoe zorgvuldig, laagje voor laagje, elke illustratie is opgebouwd. Paris legt mij uit dat hij eerst tekent, gumt, opnieuw de lijn neerzet, knipt, spiegelt, draait, opnieuw begint... net zo lang totdat hij de perfecte verhouding en balans heeft gevonden. Dat kan dagen of zelfs weken in beslag nemen. Zelfs het signeren van zijn boek gaat hem niet makkelijk af, ook dan oefent hij eerst op een kladje, dan pas mag het op papier. Monnikenwerk is het in feite, terwijl het eindresultaat het tegenovergestelde doet lijken: eenvoudig, puur en makkelijk. Dat is kunstig, de illusie van een illustratie. 

Hoe commercieel, luchtig of oppervlakkig mode soms doet overkomen, ook in deze culturele sector wordt kunst verwekt. Natuurlijk, het blijft triviaal in hoeverre het hier om 'echte' kunst gaat, maar dit spanningsveld maakt mode voor mij intrigerend. Toch blij dat ik mijn vrije zondag heb besteed aan modecultuur in plaats van een middagje weg te leuten met koffietjes verkeerd. Binnenkort hangt er een prachtig werk van Piet Paris aan mijn muur. Voor altijd. 
Abstracter werk voor Dutch, 2002, Hussein Chalayan
Paris licht zijn illustratie toe aan een koper

woensdag 10 november 2010

Door technologie innoveert de mode

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
Aanleiding: Premsela Fashion & Technology symposium 19-11-10, Eindhoven.
///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
bubble dress - Lucy McRae
Technologie als uitgangspunt lijkt slechts op kleine schaal in de modevormgeving toegepast te worden. Misschien dat modevormgevers bang zijn voor deze vorm van hogere wiskunde of gewoonweg nog niet inzien hoe zij onbekende technologieën uit andere designdisciplines kunnen vertalen in mode. Premsela - platform voor Dutch Design & Fashion -  vroeg zich daarom het volgende af:

'Waarom houdt Nederlandse mode zich zelden bezig met de nieuwe mogelijkheden en technologische ontwikkelingen in hun vakgebied?'

Twee voorbeelden van modeontwerpers die de technologie met succes in de mode implementeren, zijn Iris van Herpen (NL) en Hussein Chalayan (UK). Beiden modeontwerpers (of mode-kunstenaars) passen al langere tijd nieuwe technologieën toe in hun werk, wat tot zeer vernieuwende, spannende en dynamische mode leidt. 
Iris van Herpen vertelde mij tijdens de opening van ARCAM's Fashion & Architecture dat de mode nog achterloopt in het integreren van technologische ontwikkelingen in vergelijking met ontwerp-disciplines als productdesign en architectuur. Modeontwerpers kunnen echter veel leren van ingenieurs of constructeurs werkzaam in geheel andere werkvelden. Dit verruimt je modespectra enorm, weet zij. Van Herpen legt mij uit dat textiel en stoffen de meest voor de hand liggende materialen zijn voor modeontwerpers. Maar materiaalgebruik als carbonvezel, metalen en zelfs zetmeel, plastic en papier dat met behulp van 3D-printing spectaculaire mode-items vervaardigen, staan nog in de exploratiefase voor modevormgeving. De omarming van mode & technologie heeft Van Herpen geen windeieren gelegd. Zij wint diverse aanmoedigingsprijzen, zoals laatst de Dutch Fashion Award 2010, presenteert haar collecties op uitnodiging tijdens de Londen Fashion Week en (internationale) modeconservators van grote musea en diverse mode-autoriteiten als Suzy Menkes en Diane Pernet volgen haar voortgang op de voet (zie foto onder).

De Britse Hussein Chalayan - waarschijnlijk de enige modeontwerper met een opleiding tot Architect - heeft een liefde voor transformatie, techniek en verrassing. Zijn ontwerpen zijn niet wat ze lijken te zijn. Een tafel wordt een rok, een jurk een stoel, een bolhoed wordt een strandhoed...voor het oog van de kijker verandert zijn mode zich, als ware het geautomatiseerde robotten gemouleerd om het lichaam van een model. Zijn show van 2007 gold volgens sommigen als beste show van dat modeseizoen, want hij verbaasde het publiek door op de catwalk een minirok te laten groeien tot een wijd uitstaande rok, een ritssluiting dat uit zichzelf open zipte terwijl links en recht de heupen zich insnoerden en kant tevoorschijn komt uit het korset. Een dergelijk modespektakel is enkel mogelijk door innovatieve technologie (zie foto onder). 

Van Herpen & Chalayan zijn modeontwerpers met oog voor technologische innovatie op het gebied van modedesign. Zij durven nieuwe vervaardiging- of bewerkingsmethoden uit te proberen. Zij zijn daar niet bang voor. Natuurlijk is het vele malen duurder en arbeidsintensiever om je als modeontwerper in de nieuwe technologie in te laten, wat kan afschrikken.
Een andere reden kan liggen aan het mode-onderwijs waar technologische innovatie en samenwerking met technici en ingenieurs nog niet voldoende wordt gestimuleerd.
Maar als je als modeontwerper wel deze wegen hebt gevonden en je jezelf erin durft te verdiepen, kan je enorm stijgen op de competitieve modeladder.

Want dat is wat de Mode ten voeten uit inhoudt: het oude vervangen door het nieuwe. 

M.Rynja

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
Premsela - het platform voor Dutch Design & Mode - organiseert vrijdagmiddag 19 november een symposium over mode en technologie, tijdens het STRP-festival in Eindhoven. Het symposium Fashion & Technology geeft een samenvatting weer van diverse onderzoeken omtrent technologische ontwikkelingen in de mode tot nu toe. Daarnaast bespreekt zij de rol van het mode-onderwijs in het integreren van technologie in haar modeprogramma, als mede de wijze waarop modestudenten in het ontwerpproces staan.  

Datum: 19 november 2010
Lokatie: Klokgebouw, Eindhoven. 
Tijd: 16:00 tot 18:30 uur
Prijs: Gratis
Kaarten: aanmelden via www.strp.nl/strp/content/tickets, of aan de deur. 

Gastsprekers zijn:
- modeontwerper Gerrit Uittenbogaart (label G+N), bekend van de Glue Jeans. 
- hoogleraar Textielkunde Paul Kiekens (Universiteit Gent);
- Simone de Waart (TU Eindhoven & Material Sense);
- lector Saxion Ger Brinks (Smart Functional Materials);
- Australische mode&body-kunstenares Lucy McRae, o.a. gewerkt met zangeres Robyn, album Body Art.

Meer over het Premsela Symposium over Mode & Technologie, klik HIER voor de site.

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\

LUCY McRAE:

G+N's GLUE JEANS:























IRIS VAN HERPEN's 3D PRINTED FASHION:























HUSSEIN CHALAYAN, 2007, transforming dress: 



dinsdag 9 november 2010

Het filpje over man en mode is online! AVRO's modemaand is gestart


De kunstportal van omroep de AVRO heeft november uitgeroepen tot Mode Maand - Ode aan Mode. Onder andere besteden zij aandacht aan de mode van de man, na aanleiding van de lopende tentoonstelling 'A'DAM MAN & MODE' in het Amsterdams Historisch Museum. 
Gedurende het voortraject van deze expositie heb ik met mijn medestudenten van ArtEZ Fashion Masters Amsterdamse mannen op straat benaderd en gefotografeerd, want wie of wat is nou een Amsterdamse Mode Man?
Speciaal voor de AVRO fotografeerden ik en twee anderen nogmaals modemannen op straat, maar dan in de straten van Arnhem. 
Vandaag is dit filmpje over Man en Mode te zien....en ik dus ook! Fantastisch om jezelf terug te zien en je mening in beeld te horen geven over mannenmode. Dat smaakte naar meer.
Het is m.i. een geslaagd item over Man & Mode geworden, want naast onze interviews is ook mannenmode-ontwerper Sjaak Hullekes (winnaar Dutch Fashion Awards 2009) aan het woord en legt de modeconservator van het Amsterdams Historisch Museum Anne-Marie Den Dekker de kijker in het kort uit wat kenmerkend is voor de modegeschiedenis van mannenmode, toen en nu.